Geplaatst op 2 reacties

1-1-2009

Stofwolken onder het ijs,

Laat ik beginnen met u het beste te wensen voor het komende jaar. Het vorige jaar ligt krap achter ons en het einde was niet echt visbaar. Hard water waar zeker met een spinner niet door heen te gooien was. De diverse “weerprofeten” van alle commerciële en niet commerciële omroepen voorspelden reeds ver te voren deze vorstperiode. Bij mij begint dan ergens achter in mijn hoofd zo’n klein kereltje te roepen dat ik “hem” nog een keer moet doen. U begrijpt dat het over die wereldberoemde schaatstocht gaat. De vereniging die deze tocht organiseert bestaat bovendien 100 jaar en waarom zou Thialf zijn baas niet kunnen overreden geen donderklappen, maar vorst ten toon te spreiden, als kers op de verjaarstaart van deze vereniging.

De ijsbaan mocht al een paar dagen op mijn aanwezigheid rekeningen en menig kilometer zit reeds in de benen. Het buitenwater daar is nog wat mee. Ik kan slechts waarnemen en voorzichtig proberen of het houdt. Zodoende nam ik op enig moment het besluit en ik waagde de stap op het ijs achter mijn woning. Vanaf het gemaal liep ik enigszins onwennig over het gladde oppervlak dat het zo vertrouwde viswater bedekte. Een metertje uit de kant in eerste instantie. Het is hier dan wel niet diep maar ik kan uit ervaring melden dat dergelijk water erg koud, adembenemend koud is. Na enige honderden meters afgelegd te hebben durfde ik verder naar het midden te gaan. Ik liep nu echt op het ijs. Zwart, glashelder ijs met een enkel gasgat. Ik nader de oude schouw van achterbuurman Popke en zie door het heldere ijs de schim van een snoek onder het ijs als deze geschrokken bij me wegdraait. “Ze zijn er nog!”,springt mijn hart op.

Na de middag loop ik samen met mijn jongste dochter het zelfde stuk. Het is vertrouwd. Het spoorgat herbergt nog een aantal snoeken waarvan mijn dochter er één opmerkt. “Stofwolken onder het ijs”, roept ze als ze het, door wegspurtende snoeken, opgeworpen slib onder het heldere ijs waarneemt. Zo blijven de snoeken, weliswaar gescheiden door een ijslaagje, toch een beetje deel uitmaken van mijn wereld.

Popke verraste me nog diezelfde dag met een lekkernij. Tige tank. We genieten er als gezin allemaal van. Bijgaand een foto.

Geplaatst op Geef een reactie

24 december 2008

Het is even na half negen als ik het keerpunt Baard bereik en ik er inmiddels 4 kilometer hardlopend op heb zitten. Ik neem mij voor de grote ronde te doen. Halverwege komt een auto met trailer me tegemoet. Het zijn Geart en Popke. Ik steek mijn duim omhoog en de stilte wordt verbroken door een luid toeterend passeren van de twee mannen. Ik weet het nu zeker. Met de vooruitzichten van de komende dagen zal er na de kerst weinig van vissen terechtkomen. Ik zal dus vanmiddag nog even op uit trekken met de spinhengel. Thuisgekomen zit ik uit te zweten als de telefoon gaat. Het is Lieuwe. Of het zaterdag nog doorgaat? Ik denk het niet gezien de vorst! We besluiten de afspraak te vergeten. Misschien in januari wel weer. Stiekem hoop ik op een ijsperiode. Het lijkt me fantastisch om heel Mantgum door te kunnen schaatsen. Het feit dat ik ingeloot ben maakt die wens alleen maar sterker. Zo bel ik nog twee afspraken af en besluit de morgen te spenderen aan het opruimen. Kort na de middag ga ik gewapend met de Aspire van Shimano naar de waterkant. Net vijftig meter lopen. De passerende achterbuurman weet me tijdens mijn derde worp te vertellen dat er nog wel een snoek van een pond of tien rondzwemt. Hij weet het zeker. Hij heeft haar vorige week nog gevangen. Zijn woorden klinken nog na als mijn lepel aangevallen wordt. Ik ben natuurlijk niet op mijn qui-vive en mis de aanbeet. Wel zie ik de fraaie schim van een dikke snoek door het water gaan. Jammer, moet je maar beter opletten. De buurman vervolgt zijn verhaal met:”En bij Jaap voor, ving ik er ook nog twee!” Ik besluit rustig in die richting te vissen. Onderwijl denk ik dat er geregeld snoek jaagt als er overal kleine vis wegspurt. Ik vermoed zo nu en dan ook minieme tikjes van baars maar kan er geen vangen. Aangekomen bij Jaap werp ik mijn lepel precies, op het moment dat hij langsloopt, op de juiste plaats. Na een metertje draaien is het zover. Een mooie aanbeet! Ik haak de snoek die 84 cm op de meetlat brengt. Het wintervet en kuit zit er al weer aan te komen. Zouden ze in de gaten hebben dat de vorst nabij is? Na wat gepruts om een foto te maken land ik de snoek. De passerende pake en beppe met hun kleinkinderen kijken even bewonderend. De kleine man vind de snoek echter te indrukwekkend en moet er niets van hebben. Ze keert terug in haar element en ik vis het zelfde stuk nog eens terug. Vlak voor de brug van ik nog een snoek van ongeveer 45 cm. Aangekomen op de plaats van de eerste misser, krijg ik een tweede kans. Ook die verzilver ik niet. Ik loop even naar huis, haal mijn honden en vervolg mijn vistocht. Ik blijft echter verder snoekloos. Na het gehele stuk afgevist te hebben keer ik voor de derde keer terug op de plaats van de eerste aanbeet. “De laatste worp”, zeg ik tegen mezelf. Ik krijg beet en even denk aan die mooie snoek. Het snoekje van 50 cm is echter geen schaduw van de snoek die ik in eerste instantie mistte. Tevreden keer ik huiswaarts. Aan het einde van de middag komt Popke nog even een oliebol eten. Ze hadden mooie dikke snoeken (4) en een snoekbaars. Als er morgen geen ijs ligt is de spinhengel zo gepakt!

Geplaatst op Geef een reactie

23 december 2008

Het was twee dagen geleden dat ik de afspraak van vandaag gemaakt had. Popke mijn achterbuurman was al vroeg in de week langsgekomen om de door mij geplande visdagen te inventariseren. Zo konden we dus vandaag de afspraak vastleggen en uitvoeren. Om even voor negenen was ik bij zijn boot en we konden al snel op pad. Nadat we de boot te water hadden gelaten begonnen we met een stukje slepend vissen me, hoe kan het ook anders, de “good old” Timber Tiger! Het duurde dan ook niet lang of de eerste snoek kwam zich even melden.

We draaiden een zijvaart op en daar werd het water een stuk helderder. Net toen we het over het ontbreken van een ijsvogel hadden, we vonden het namelijk een ideale plaats voor een ijsvogel, en het opmerken dat we die al enige weken niet hadden waargenomen, klonk er de schrille priiiieeet. De markante vlucht gevolgd door de specifieke blauwe kleur bevestigde onze waarneming. Nu kent u misschien die reclame wel van dat fototoestel waarmee het mogelijk is om een dergelijk snelvliegend vogeltje op de gevoelige plaat vast te leggen. Die camera had ik paraat maar het lukte me niet om de vogel te vangen op mijn CMOS. Terug dan maar naar het vissen. Het schitterende heldere water beloofde veel en bleek dat ook nog eens waar te maken. De ene na de andere snoek meldde zich bij om het even welke kleur Timber Tiger. Popke viste met een gele kleur en ik had de zwarte uitvoering aan mijn onderlijn bevestigd. Zo vingen we eigenlijk in zeer korte tijd een achttal snoeken allemaal tussen de vijftig en zeventig centimeter. Omdat we in ieder geval niet snoekloos waren besloten we nog op een andere stek het te proberen om snoekbaars te vangen. We verkasten naar die beoogde stek en daar voorzagen we een fireball van een dode spiering. Op een stroomnaad manoeuvrerend was het Popke die een snoekbaars kon verschalken. Mijn fireball bleef de gehele tijd onaangeroerd. Na een paar keer flink vast te hebben gezeten, overigens bracht de kunstaasredder van jaza-m steeds soelaas, was het tijd voor een bijna traditioneel soepje. We meerden de boot aan een rietkraag, voorzagen twee hoempie ploempie dobbers van een stukje vis en hoopten op deze manier op resultaat. Niets van dat alles. Na het soepje probeerden we het op verschillende dieptes maar niets leek te werken. De snoekbaarzen leken vertrokken. Toen Popke uiteindelijk besloot om zijn stuitje zodanig diep af te stellen dat de vaargeul in het midden dan maar uitkomst moest brengen gebeurde het. Juist toen hij de lijn op wilde spoelen om zijn worp te maken werd het stukje vis gegrepen door een, naar later bleek, snoekbaars. De aanslag staat in het filmpje.

<!–
WriteFlash('’);
//–>

Omdat de snoekbaarzen dus niet echt sjoege gaven besloten we maar weer te gaan slepen. Nu een andere zijvaart op. De eerste topstek leverde geen resultaat maar na een goede vijfhonderd meter werd de plug van Popke uit het wateroppervlak gegrepen door een erg enthousiaste snoek. De pijnlijke elleboog ten spijt was dit de opkikker die we even nodig hadden. Niet veel later was het de beurt aan mij en ik wist een mooie snoek achter een dukdalf vandaan te peuteren. Onder diezelfde brug miste Popke nog een snoek die even later aan mijn Timber Tiger ging hangen. Toen besloten we nog even door te varen naar de stek waar het vanmorgen zo goed was. Daar bleken de snoeken al naar bed. Op de terugweg naar de trailerhelling wist Popke nog een snoekje te vangen. De totaal score kwam daarmee vandaag op twaalf snoeken en twee snoekbaarzen. De onfortuinlijke blei, die op enig moment aan de dreg van mijn plug prijkte, zullen we als vangt maar niet boeken. Dit aantal is zeker voor de tijd van het jaar niet slecht te noemen. We gaan proberen er nog wat bij te vangen. Hopelijk lukt dat nog voor dat Koning Winter zijn intrede doet.

Geplaatst op Geef een reactie

21 december 2008

Vandaag is een bijzondere dag. Het is namelijk de eerste dag dat ik niet zelf mijn verslag typ. Ik heb namelijk onlangs een stukje software aangeschaft, dat deze taak voor mij vervuld. Het enige wat ik toch hoef te doen is mijn verhaal aan de computer vertellen. De techniek staat voor niets en ik moet zeggen dat ik toch beetje verbaasd ben over de nauwkeurigheid waarmee dit gebeurt. Maar genoeg gesproken over computertechnologie en stem herkenning, het dagverslag moet komen. In eerste instantie was ik vandaag van plan om samen met mijn vrouw vanuit de boot te gaan vissen. We kozen er echter voor om op de zondagmorgen een stevige wandeling te maken. Toen het tegen een uur of 11:30 thuiskwamen dacht ik maar aan één ding, omkleden, hengel pakken en snel naar de waterkant. Dit deed ik dan ook. Ik verkoos het stukje water waar ik een paar weken geleden ook samen met Henk gevist had. Tijdens een treinreis had ik kunnen zien hoe het water er aan de andere kant van de spoorlijn er uitzag. Ik besloot daar het twee uurtjes te proberen. Al de derde worp openbaarde zich de eerste snoek. Ze miste echter de lepel. Toch lukte het me om deze snoek na ettelijke keren proberen te verleiden zodat ik de eerste van vandaag op mijn conto kon bijschrijven. En zo ging het eigenlijk best vlot door. Er waren wel geen grote snoeken, maar ze waren er wel. Ik ving in twee uurtjes tijd vier snoeken. Allemaal tussen de 50 en 70 cm lang. Voorwaar niet slecht voor slechts twee uurtjes vissen.

Geplaatst op Geef een reactie

6 december 2008

De dag der missers!

Vandaag vis ik met Tjibbe en Mark Busstra. Vader en zoon uit Utrecht. Mark is een collega van mij en zijn vader ken ik van een Dirk de Boer Bokaal weekend. Tijdens de visbeurs van de Deinende Dobber hadden ze onze stand bezocht en toen was de principe afspraak snel gemaakt. Vandaag dus de dag! Om even over negen zijn ze bij mij voor de deur. Ze waren al eerder in Mantgum en kwamen daar ter plekke er achter dat het vinden van een huis in ons dorp toch iets meer tijd in beslag kan nemen dan gedacht. Enfin, al doende leert men en na een bakje, het aanbieden der geschenken, overigens dank daarvoor en dat had echt niet gehoeven maar het wordt zeker gewaardeerd, konden we snel naar het water. Pyt Paulusma had voorspeld dat het overwegend droog zou blijven en dat leek uit te komen. Een bleek zonnetje trachtte naast de mist, ook het dunne ijslaagje van het water en de boot te verdringen. De voorspelde wind uit noordwest bleef voorlopig uit. We maken een slagje door Mantgum om de motor even warm te stoken. Onderwijl geef ik een kleine rondleiding door het dorp. Een kleine twee jaar geleden heb ik voor mijn werk een kleine workshop geregeld en daarbij de nodige kennis over ons dorp en de omgeving verzameld. Die kennis komt me elke vistrip van pas, je kunt dan wat extra informatie over dit deel van Friesland geven. Bij het gemaal draai ik de boot, geef een korte uitleg en de pluggen kunnen overboord. Tjibbe vist met een testmodel plug terwijl Mark en ik een Timber Tiger als aas benutten. Al snel krijg ik beet van een brasem die ik in de staart haak. Even lijkt het wat maar al snel krijg ik in de gaten dat het niet klopt. Na het vangen varen we door naar de Swette.

Nauwelijks zijn we de Swette opgevaren of Mark haakt de eerst snoek. Gelukkig, niet snoekloos denk ik snel! We vervolgen onze weg, draaien een zijvaart op. Na een duiker haak ik een oude bekende snoek met een sluiterstaart. Ik ken haar van een aantal eerdere vangsten en ze is niet ver verkast. Het volgende traject levert een aantal keer een aanbeet op die niet verzilverd wordt. We draaien het volgende brede stuk op en onder de brug is het weer raak. Mark haakt een mooie snoek die ik ook meen te kennen. Een vreselijk kromme hengel en een zich heen en weer krommend lichaam in het water oppervlak doet vermoeden dat het de 94 cm is die ik hier eerder ving. We zullen het echter nooit zeker weten aangezien de snoek zich na drie keer kopschudden weet te bevrijden van de plug. Ik vervang de plug van Tjibbe voor een Timber Tiger en twijfel weer even aan de scherpte van de dreggen maar wuif die twijfel weg, omdat ik gisteravond nog alle haken gecontroleerd heb. Jammer maar soms gebeurd het op die manier. We varen verder en Tjibbe mist zomaar drie snoeken op rij. Ik vind het extra jammer omdat ik graag wil dat hij een snoek vangt. Ze zijn toch wel scherp sluimert het in mijn achterhoofd? Onder een volgende brug haak ik weer een snoek maar ook die weet ik te verspelen. Juist als ik aan de persoon op de brug, die vroeg of we wat gevangen hadden, verklaar dat het matig is, duikt de snoek op de plug. Ik verklaar hem een echte “publieksvisser” te zijn die alleen maar vangt als er toeschouwers bij zijn maar zoals ik al zei, ik verspeel deze snoek. Wederom is er een beetje twijfel over haakscherpte.

We draaien en vissen het traject terug. Misschien doen de missers het nog een keer maar dat blijkt ijdele hoop. Op een nieuw stukje water mist Mark nog een snoek, een fraaie kolk verraad de snoek die nog even snel mijn plug ook aantikt maar ook ik haak de vis niet. We vissen het traject nog eens terug. En dan is het de beurt aan Tjibbe. Een mooie maatse snoek prijkt aan zijn Timber Tiger. Even later heeft Mark het twijfelachtige genoegen weer een grote snoek te haken. Op een plaats waar mijn vrouw ooit een 102 cm ving, buigt de Compre diep, is de roering in het water kenmerkend voor een grote snoek en schiet de Timber Tiger plotsklaps uit het water, Mark zwaar balend achterlatend. Hoe scherp is scherp schiet het door mijn gedachten.

We komen weer op een smal stukje water en daar weten we nog een paar snoeken te vangen. Het exemplaar van Tjibbe meet 74 cm en is de grootste vangst van vandaag. De duiker onderdoor en dan zijn ook de weergoden ons niet meer gunstig gezind. Een fikse bui stort zich over ons uit. We schuilen even onder een erg lage brug en vervolgen onze tocht over de Swette. De rest van de tocht blijft snoekloos en we traileren net voor donker. Na een klein pilsje, een beerenburgertje en een uitstekende maaltijd, nemen we voldaan afscheid van elkaar. We spreken af het eens te herhalen. Dank voor het aangenaam verpozen! Wederzijds!

Resumé van vandaag. Zes snoeken in de boot en tien missers. Ik krijg wat van scherpe haken. Overigens, het testmodel verliest alleen door nat te worden al de kleurlaag en is bij deze afgekeurd. Er wordt vanavond iemand niet blij!

Geplaatst op Geef een reactie

30-11-2008

Regen, wind, koude, verkoudheid, lepeltjes, spinstangen, anti kink vaantjes en een gebrek aan tijd waren er debet aan dat ik een aantal dagen gewoon niet aan vissen ben toegekomen. Ook dit weekend was de tijd beperkt maar gelukkig kon ik een paar uur besteden aan een mooie brug nabij mijn woonplaats. Ik doe dat vaker in de winter. Speciale bruggen met objecten in de vorm van dukdalven en bij voorkeur een brug die op palen staat. Je vind ze door er onderdoor te varen en eens je hengeltop onder het, meestal, betonvlak te prikken. Vind je daar ruimte dan is dat zo’n type brug. Niet dat dit per se noodzakelijk is maar een dergelijke plaats biedt een schuilplaats aan roofvis en daar zijn we natuurlijk naar op zoek. Ik vis vandaag met een dode sardine. Bevestigd op een takel met drieweg wartel. Onder een dobber met een drijfvermogen van 60 gram. Stel de dobber af zodat de aasvis ongeveer 20 cm boven de bodem hangt.

Aangekomen bij de eerste brug aas ik mijn doodaas hengel volgens de hierboven beschreven methode. Ik leg de hengel even op de dukdalf en loop naar mijn auto. Daaruit pak ik een korte baitcaster die ik met een fireball afmonteer. Toevallig vond ik in de vriezer nog een aantal vers ingevroren voorns die ik in de zomer al eens had gevangen. Deze gaan nu bevroren op de fireball. Ik loop terug naar mijn hengel. Nu leg nu de baitcaster met fireball even op de dukdalf om met de doodaas hengel even het brugvlak af te peuteren. Met een vier meter en een beetje, kan ik het hele brugvlak af “centimeteren”. Het geeft geen resultaat. Ik laat de wind de dobber meenemen, langs de beschoeiing, richting een rietkraag. Ik pak de fireball op en probeer met een iets kleiner aas nog eens het brugvlak nabij de dukdalven. Opeens begint mijn langzaam ontdooiende voorn spontaan te zwemmen. Ik laat haar even gaan en zet de haak. Bingo, ze komt boven, ik herinner me een decembermaand van het jaar 2006. Ik kijk het even na, het was op 31 december van het metersnoek loze jaar 2006. Toen op dezelfde brug gebeurde het. Dit moet deze snoek zijn. Ik dril, lever het gevecht en zie tot mijn ontsteltenis dat de snoek maar nauwelijks gehaakt zit aan de zijkant van de bek. Ik foeter op mezelf, vanmorgen stond ik nog met een schepnet in de handen, maar heb dat terzijde gelegd. De snoek hier pakken gaat vanwege de hoge kant niet. Ik wist dat en had gewoon mijn schepnet mee moeten nemen. Nu zal ik moeten omlopen en de snoek mee moeten voeren naar een plek waar ik haar met de hand kan landen. Ik wik en weeg wat te doen. Hoe groot is de kans van slagen dat ik die snoek 50 meter mee kan sleuren voordat ik op zo’n plaats ben. Ik besluit dat ik dan maar een foto maak en de snoek vervolgens onthaak door plat op mijn buik op de kant te gaan liggen. Ik loop naar mijn auto en tracht het portier te openen om ik de camera uit te auto te pakken. Dan schiet de snoek los. Mij een beetje ontredderd achterlatend. “Amateur”, veroordeel ik mezelf.

Nog een uur besteed ik aan deze brug maar ik kan de snoek niet meer verleiden. Ik denk dat deze wel een speciale plaats gaat innemen in het rijtje onvangbare snoeken. Binnenkort maar weer eens een poging. Ik verkas naar een volgende brug waar ik nog een klein snoekje weet te vangen. Dan vind ik het wel prima. Ik verlang naar een bordje snert. Nog een kleine poging op de brug. Ik groet de vrouw van Popke die hardlopend langskomt en nog een goede vier kilometer voor de boeg heeft. Ik besluit te stoppen. Ruim mijn rommel op en ga nog even tanken op weg naar huis.

Geplaatst op 1 reactie

16 november 2008

Het was nog zomer, toen ik de afspraak van vandaag maakte. Ik vis vandaag met een ras Amsterdammer. Zijn naam doet dat ook vermoeden. Lieuwe! Zijn achternaam klinkt zo mogelijk nog meer Amsterdams maar zullen we omwille van zijn privacy achterwege laten. Neemt u van mij aan dat de wortels van zijn familie ergens in het Friese land liggen. Lieuwe vist veel in de Rijn en dan vanaf de kant. Feederhengel en voorts pleegt hij graag een spinhengel ter hand te nemen. Hij is een Schreiner fan. Ik ken hem als oud-collega van mijn vrouw en we hebben menig Beerenburgertje gedronken tijdens vele bedrijfsuitjes. Meestal omvatte die dan een zeiltochtje over de Friese meren langs een route waarlangs Lieuwe uitermate bekend bleek met de lokale horecaondernemingen. Vandaag is er geen sprake van een zeil-kroegen-tocht, we vissen slepend vanuit de boot, een discipline die voor hem nieuw is. De baitscasters voorzien van een Timber Tiger moeten hem de eerste beginselen van deze tak van vissen bij gaan brengen. Op het afgesproken tijdstip is hij ons in Mantgum, we drinken een bakje en vertrekken naar het water. Als snel zijn we op de Swette en het duurt niet eens zo heel lang voor ik een aanbeet krijg. Een snoek van het formaat DL. Insiders weten dan wel wat daar mee bedoelt wordt. Ik kan zeggen dat het niet echt om over naar huis te schrijven is. We draaien niet veel verder een zijvaart op en ik hoop vurig dat het water wat helderder wordt. Het blijkt vergeefse hoop. De polder is vergeven van klei en het zicht is nauwelijks 10 cm onder water. Ik blijf trachten Lieuwe, maar vooral ook mezelf, te motiveren met verhalen over minieme tikjes die je dag goed kunnen maken. Diep in mijn hart weet ik beter. Het wordt niets vandaag. We trachten een aantal alternatieven. We leggen de boot aan de kant en proberen een aantal tochtsloten in de hoop daar meer helder water te vinden en bij de duikers een snoekje te scoren. Ook dit blijkt vergeefse moeite. We keren terug in de boot en ik besluit de druk wat op te voeren. We nemen kleine stukjes water en vissen die dan meerdere keren kort achter elkaar af. Niets lijkt te werken. Er zijn van die dagen dat je er wel goud aan kunt hangen maar niets helpt.

We vermaken ons trouwens best. Gesprekstof genoeg en Lieuwe geniet zichtbaar van de omgeving. Als uiteindelijk de zekere stekken ook geen aanbeet opleveren besluiten we terug te varen naar Mantgum. Slechts één snoekje heeft ons dan wel voor de hatelijk nul behoedt, maar het voelt niet echt lekker. In Mantgum aangekomen besluiten we toch nog een half uurtje te vissen. Op het einde voor het gemaal gebeurd het dan. Dreun, kolk, goed gevoel, ja hoor dat ene tikje schiet door mijn hoofd. “Het is een brasem”, hoor ik Lieuwe roepen en ik moet constateren dat hij gelijk heeft. Net in de rug gehaakt geeft de vis weliswaar sport maar het is niet de vis waar ik op hoopte. De laatste trek werd ingezet als afsluiting van de dag. Jammer, ik had Lieuwe graag nog een mooie vis gegund maar het is niet anders. …..Dreun! gevolgd door een gierende slip, een vis die onmiddellijk tracht de vaart over te steken. Een fikse kolk, een mooie buiging. Dit is zeker geen brasem, dan zal het wel een karper in de rug zijn, schiet door mijn hoofd. Het blijkt echter een prachtig exemplaar uit de snoekbaarsfamilie te betreffen. Na een fraaie dril, land ik een machtig mooie vis die 83 cm op de meetlat brengt. Een machtig mooie vis. Zo blijkt toch de theorie over dat minieme tikje bewaarheid te worden. Lieuwe staat op de foto met een, naar zijn eigen zeggen, grootste snoekbaars in zijn vis carrière. We besluiten de dag met deze bonus af te sluiten. Thuisgekomen bekijken we de foto’s, eten stamppot zuurkool en nemen na een bakje koffie afscheid van elkaar. We gaan zeker nog een keer samen de snoekdames belagen!

Geplaatst op Geef een reactie

8 november 2008

Al eerder memoreerde ik dat visdagen soms al dagen vooraf beginnen. Vandaag was zo’n visdag. Eigenlijk geen tijd vanwege verjaardagverplichtingen, bestellingen en werk, maar deze dan toch maar gemaakt. Ik bel Henk op vrijdag, nadat ik met mijn vrouw overlegd heb dat ik op zaterdagmiddag wil vissen. Henk is enthousiast dus de afspraak is gemaakt. Ik plan mijn weekend verder. Dan afmonteren, dan factuurtje maken, dan de verjaardag etc. Zo zit ik op de vrijdagavond te stoeien als er achter op het raam geklopt wordt. Het is Popke. Mijn jongste heeft bij het verlaten van het huis de achterdeur afgesloten en dus kan hij er niet in. Maar dat duurt niet lang. Koffie? Ja, even één bakje.

Popke is opgetogen. Hij zit vol emoties als gevolg van zijn andere hobby, die acteren heet. Mooie uitvoering gehad, mooi dit, mooi dat en dan die reacties, schitterend! We spreken over hoe mooi zoiets kan zijn. Dat dingen gaan zoals ze gaan en soms ook niet gaan. Popke is de persoon die daar dan graag even over praat en dat kan dan onder het genot van een kopje koffie. Onvermijdelijk komt natuurlijk het onderwerp vissen aan bod. Hij wil wel even morgen maar zeker niet de gehele dag omdat de andere hobby ’s avonds weer verplichtingen schept. En je kunt natuurlijk niet met je vishanden op een uitvoering aankomen. Ik denk, deel mijn planning in mijn hoofd anders in en spreek met hem af. Om een uur of negen weg en om een uur of één weer terug. Prima. Ik kan voor negenen mijn werkzaamheden wel afhebben als ik maar om zeven uur in mijn schuurtje sta en ’s avonds na het typen van dit stukje nog even een uurtje of wat doorga.

De volgende morgen verloopt alles vol planning en Popke staat om negen uur voor de deur. We laden mijn spullen en rijden naar het boogde viswater. Daar aangekomen staat er al een trailer en weet Popke dat zijn neef ook aan het vissen is. Snel is de boot te water en we beginnen met slepend vissen. Popke heeft inmiddels de Timber Tiger ook ontdekt en voor we het weten hebben we twee snoeken gevangen. Mijn snoek verwond me lelijk aan de muis van mijn hand maar gelukkig heeft mijn vismaat pleisters bij zich. Hij is zelfs bereid ze af te staan! Nu was zijn onderhandelingspositie ook niet erg goed gezien het feit dat zijn rugzak met koffie en brood nog thuis stond en hij voor zijn natje en droogje afhankelijk was geworden van de tas die mijn vrouw zo keurig voor mij gevuld had. Enfin, pleister plakken en doorvissen. Op het tijdstip dat de neef van Popke te horen kreeg dat hij voortaan wel even van te voren moest bellen om te vragen of het water vrij was, zaten we op vier snoeken. Zij hadden er inmiddels al zes. We gingen door over de route die zij net afgevist hadden en kregen geregeld beet. Zo nu en dan bleef er ook nog een hangen dus wat wil een mens nog meer. Het water was prachtig helder en zodoende konden we sommige aanbeten ook prachtig waarnemen. Frappante voorvallen waren er ook. Ten eerste de snoek die zichzelf verraadde door zeker over een afstand van een meter of acht achter een school prooivis aan te gaan. De Timber Tiger van Popke was wat hem of haar deed besluiten nog een schot te wagen. Mooie momenten zijn dat. Je, noem het maar jachtinstinct, maakt dat je weet dat deze vis te vangen moet zijn. “Dizze is los!”, zei mijn vader dan altijd. Even later krijg ik een aanbeet en de snoek hangt aan de staartdreg. Door de voorwaartse snelheid haakt ze met de voorste dreg in een tak onder water. Even bungelt ze aan de staartdreg maar dan weet ze zich los te draaien van de vastzittende plug.

Het water begint te stromen en dat lijkt de ommekeer. De gretigheid van bijten is voorbij. We proberen het nog even vertikaal en dat levert op een dropshot nog een snoekbaarsje op. Omdat het bijna tijd is om te gaan, besluiten we nog een stukje te slepen. We haken nog een keer een mooie snoek maar dan is het echt tijd. Zeven snoeken en een snoekbaars in nauwelijks drie uurtjes is zeker niet gek te noemen. We laten dan het aantal missers maar even buiten beschouwing. Thuisgekomen laat ik de spullen uit de boot van Popke rechtstreeks door in mijn auto. Ik geef mijn vrouw nog snel een kus en rijdt naar Henk.

Die is inmiddels klaar en stapt bij mij in. We rijden naar een uniek stukje water. Normaal gesproken doe ik niet zo moeilijk over mijn visstekken, maar deze houd ik graag nog even onder de pet. Het is een stukje redelijk ondiep polderwater met kraakhelder water en geloof me dat is bij ons in de buurt, op de klei, een behoorlijke uitzondering. Vanwege de geringe diepte zie je er echter nooit iemand vissen. Ik dus wel. Ik weet dat daar mooie vissen zwemmen. Het watertje biedt emplooi aan twee vissers gedurende een uur of drie. Het is voor Henk even geleden dat hij gevist heeft dus we overdrijven niet in duur. Op het moment dat ik hem vraag of hij het niet verleerd is haakt hij een snoek. Nee dus, hij kan het nog. We vissen verder en vangen zomaar samen zeven snoeken. Daarbij waren zeer opmerkelijke aanbeten. Snoeken die het tot vijf keer toe proberen om de spinner te pakken. Het meest opmerkelijke verhaal betreft echter de snoek die twee keer gevangen werd. Het gaat als volgt. Na onthaakt en terug te zijn gezet, kiest deze snoek onmiddellijk een verdekte opstelling onder een bedje fonteinkruid. Het is een prachtig gezicht in het helder water. Ik sta daarvan te genieten en het mooie herfstzonnetje maakt dat de snoek goed zichtbaar blijft. Ik voer mijn kunstaasje hoog over een plantenbedje en, eigenlijk voor de grap, langs de zojuist teruggezette snoek. Tot mijn stomme verbazing zie ik de snoek zich op het kunstaas storten. “Myth Busted!”, zegt Henk. Vertel me nu nooit meer dat ze het niet weer doen na een eerste aanbeet!

Geplaatst op 2 reacties

2 november 2008

Na vrijdag al een kleine reünie langs het water te hebben gehad was dat vandaag ook de bedoeling. Weken geleden had Fred me al benaderd voor deze visdag en ze stond dus al lang in de agenda. Voor hem was er sprake van een visweekend aangezien hij gisteren ook al een aantal vrienden had mogen begroeten op dit water. Vandaag was de spoeling daardoor wat dunner. We visten met drie man in twee boten op de Noorderplassen. “Zit er snoek dan in de Noorderplassen?”, had ik Fred gevraagd toen hij me uitnodigde. “Meer dan je kunt tillen was zijn antwoord toen.” Toch was gisteren de dag niet best geweest. Slecht weer, harde wind, regen en een paar snoeken naast een gebroken hengelsteun en een daardoor verspeelde hengel, kun je niet echt een succesvolle dag noemen. Vandaag moest het dan maar gebeuren. Om even over zeven uur stond ik bij de trailerhelling te wachten. Een snelle blik in het water had de hartslag al een beetje doen versnellen. Na het heldere veen water van afgelopen vrijdag was dit ook heel mooi. Water met potentie! Even later kwamen Fred en zijn neef aanrijden. Snel de boten te water en vissen maar.

We maakten een slag over de Noorderplassen. Schitterend helder water met diepe stukken en een grillige bodemstructuur. Gezogen en dan weet ik het wel. Daar kunnen echt heel grote dames in huizen. Fred en ik hadden elkaar in lange tijd gezien en dus voldoende bij te praten. Ik kan me zo over de dag geen periode herinneren dat we geen conversatie hadden. De snoeken hadden daar overigens alle begrip voor want zij stoorden ons niet in onze conversatie. Na een paar uurtjes de boten even langs elkaar gelegd en gezamenlijk even een borreltje gedronken. Na het Breda’s neutje, is een Jagermeister ook best lekker. Een stukje turfgerookte worst erbij en volop genieten van het prachtige weer. Ook de volgende slagen bleven echter snoekloos. Uiteindelijk dan maar een kanaal op. Daar wist Fred een mooie snoek van ongeveer 68 cm te haken. Hè, niet snoekloos. Het bleek de enige van de dag te zijn. Wat we ook probeerden, verticalen met shads, diep, ondiep, langs de kant, in het midden, we konden geen vis meer aan de schubben komen. Tegen een uur of drie had de neef van Fred het wel gezien. Hij moest nog naar Friesland met een boot achter de auto. Fred en ik probeerden het nog een uurtje maar moesten toen ook opgeven. Of er snoek zit in de Noorderplassen?…. Blijft een vraag. Na het traileren nam ik afscheid van Fred. We gaan binnenkort nog een keer spinnen in de polder. Deal!

Ps: Ik ben nauwelijks vijf minuten onderweg als mijn telefoon gaat. Het is Fred. Ik maak een foutje bij het aannemen en druk hem weg. Even later luister ik mijn voicemail af. Fred heeft nog even gesproken met twee collega vissers. Zij hebben vandaag met dood aas gevist. Resultaat 104 cm en 113 cm op diep water met dood aas. “Toch maar eens proberen!”, hoor ik Fred opgetogen roepen door de speaker van mijn telefoon.

Dus toch snoek in de Noorderplassen!

Geplaatst op Geef een reactie

26 oktober 2008

Mooi weer!

Even na thuiskomst op de vrijdag, na het ophalen van mijn auto, loop ik nog even naar Popke met de vraag of hij nog wil vissen op zaterdag. Omdat hij andere bezigheden heeft op die dag ga ik ook niet vissen. Ik koop op zaterdag, naast een IPOD (nieuwe agenda, hoe verzin je het!), nog wat klein materiaal voor het verticalen en keer tevreden na een dag slenteren door de stad huiswaarts. ’s Avonds komt Popke even langs. “We kunnen best doen alsof het morgen mooi weer wordt”, zegt Popke en met die woorden was de afspraak gemaakt. Snel laat ik nog even mijn aankopen van die dag zien. “Zo kan ik eindelijk eens met eigen materiaal vissen in plaats van steeds te lenen.” We spreken om een uur of kwart over negen af. Tijdens een dropping, waar ik als begeleidend ouder meeloop, krijg ik te horen dat vannacht de wintertijd ingaat. Omdat het al laat is besluit ik de volgende dag maar even bij Popke langs te gaan. Even verifiëren of het nieuwe of oude tijd betreft. Popke enigszins kennende heeft hij de wintertijd gemist en gaan we dus gewoon op de oude tijd weg. Het klopt, de wintertijd is onbekend bij Popke en hij verbaasd zich erover dat de Leeuwarder Courant zelfs niet een melding maakt op de voorpagina over het feit dat de klok een uur terug gaat.

<!–
WriteFlash('’);
//–>

Enfin, we gaan vissen. De barometer van Sergio staat hoog. Slecht weer dus! We rijden naar het kanaal waar we willen vissen. Proberen daar eerst met een stukje vis de snoekbaars aan de schubben te komen. Door de harde wind hebben we moeite met ankeren. We leggen de boot aan lager wal tegen de rietkraag en al snel plopt mijn dobber weg. Ik sla, voel niets en trek een lege haak omhoog. Een kopje van de blei die ik zo-even aan stukken sneed doet nu dienst als aas. Nauwelijks afgezonken verdwijnt de pen opnieuw. Ik gun het even tijd en sla nu een snoekje van nauwelijks dertig centimeter vast. Na een foto en de mededeling dat de hatelijke nul weg is, gaat dit snoekje terug in haar element. We proberen het nog even maar aanbeten blijven uit. We besluiten deze kant vertikaal af te vissen. Ook dat brengt geen resultaat en we besluiten te verkassen. De nieuwe stek geeft enige beschutting tegen de wind en regen. We genieten van een broodje en een kopje soep als de vertikaal hengel van Popke krom schiet in zijn steun. Hij reageert instinctief en drilt een mooie vijfenzestig centimeter snoekbaars. Het is een mannetje volgens mijn vismaat. Hij zet de vis terug en aast nu ook een hoempie ploempie met een stukje vis. Een afgemeten worp en de pen staat keurig voor een oude wilg. Het duurt maar twee tellen of de pen zakt wel. Het lopen van de lijn kondigt een tweede snoekbaars aan. Popke zoekt contact en zet de haak. “Oh?” hoor ik hem zeggen. “Dit kon wel eens een aardige zijn.” “Nee, het valt wel mee.” “Alhoewel.” En zo voert hij de conversatie met zichzelf nog een tijdje om er uiteindelijk achter te komen dat de achter in de zeventig centimeter metende snoekbaars toch groter was dan gedacht. Ik film een stukje van de dril met de fotocamera omdat we het daar net over gehad hebben. Als Popke de snoekbaars geland heeft en horizontaal houdt voor een foto pose ontbreekt de rechtopstaande rugvin. “Komst op de film, moast al efkes dyn bêst dwaen.”En prompt steekt de snoekbaars zijn rugvin op. Een acteur of niet! Na deze vis blijft het lang stil. We maken opmerkingen over het weer. Gelukkig een buitje. Dat stuiven zijn we zo zat. Het is beter dan de hele dag die brandende zon op je donder! Uiteindelijk verkassen we weer.

We wind gaat liggen en dat biedt perspectief voor de oever waar vanmorgen zowat afgewaaid zijn. Vol goede moet verticalen we het stuk nog een keer af. Het brengt niet wat we wensen. We moeten het nog maar een stukje verderop proberen zegt Popke. Hij weet nog een stek met de nodige stenen op de bodem. Nauwelijks op de plek aangekomen krijg ik een echt harde dreun op mijn hengel. De Compre reageert op mijn “min-reactie” en zet haak van de fireball feilloos. Gezien de aanbeet verwacht ik een snoek van een centimeter of zestig maar het massieve kronkelen aan het andere einde doet mijn hartslag snel stijgen. “Een beste?”, hoor ik Popke vragen. Zonder problemen neemt de vis een tiental meters lijn van de reel, terwijl de Compre een diepe buiging aanneemt. “Een hele beste!” Ik voel het. Vaak heb ik het met mensen in mijn boot gehad over visdagen als deze. Dagen waarop het niet echt wil lukken. Ik probeer mijn gasten dan altijd te overtuigen met de opmerking dat, een klein miniem tikje of een enorme dreun deze dag tot een onvergetelijke kan maken. Deze dreun is er zo één! Ik dril een snoek uit de categorie zwaar belasten! Ik vergeet de irritatie van de regen hiervoor en geniet van de superlatieven die in het rond vliegen als de snoek, want dan weten we nu inmiddels, zich weer eens even laat zien. Uiteindelijk moet zij haar meerdere erkennen in de Compre en de slip van de Curado reel. Ik land haar met de hand en merk dat het echt belasten is. Ruim twintig pond schatten we haar. Het meetlint wijst 110 cm aan. Mijn hartslag heeft nu zodanige vormen aangenomen dat mijn gehele lichaam weer op zevenendertig graden is aangekomen. Popke schiet een paar foto’s en dan is het tijd om deze krachtpatser weer in haar element te retourneren. We geven elkaar een hand en genieten nog even na van het moment. Geweldig!

Na deze vangst vervolgen we onze vistocht. De aanbeet op de fireball van Popke brengt een derde maatse snoekbaars in de boot. Vlak voor de trailerhelling buigt de Compre nog een keer op een achtenzeventig centimeter snoek. De regen, maar ook het tevreden gevoel van deze dag, maakt dat we uiteindelijk besluiten dat we gaan stoppen. We hebben het kranig volgehouden. Onze jassen zijn zeker vier kilo zwaarder van het opgenomen water. De boot is bijna niet meer te draaien met haar extra waterlast. We keren huiswaarts waar we ons verhaal doen aan mijn vrouw. Geweldig, wat een dag. Ik ben blij dat wij net gedaan hebben of het mooi weer was.