Al eerder memoreerde ik dat visdagen soms al dagen vooraf beginnen. Vandaag was zo’n visdag. Eigenlijk geen tijd vanwege verjaardagverplichtingen, bestellingen en werk, maar deze dan toch maar gemaakt. Ik bel Henk op vrijdag, nadat ik met mijn vrouw overlegd heb dat ik op zaterdagmiddag wil vissen. Henk is enthousiast dus de afspraak is gemaakt. Ik plan mijn weekend verder. Dan afmonteren, dan factuurtje maken, dan de verjaardag etc. Zo zit ik op de vrijdagavond te stoeien als er achter op het raam geklopt wordt. Het is Popke. Mijn jongste heeft bij het verlaten van het huis de achterdeur afgesloten en dus kan hij er niet in. Maar dat duurt niet lang. Koffie? Ja, even één bakje.
Popke is opgetogen. Hij zit vol emoties als gevolg van zijn andere hobby, die acteren heet. Mooie uitvoering gehad, mooi dit, mooi dat en dan die reacties, schitterend! We spreken over hoe mooi zoiets kan zijn. Dat dingen gaan zoals ze gaan en soms ook niet gaan. Popke is de persoon die daar dan graag even over praat en dat kan dan onder het genot van een kopje koffie. Onvermijdelijk komt natuurlijk het onderwerp vissen aan bod. Hij wil wel even morgen maar zeker niet de gehele dag omdat de andere hobby ’s avonds weer verplichtingen schept. En je kunt natuurlijk niet met je vishanden op een uitvoering aankomen. Ik denk, deel mijn planning in mijn hoofd anders in en spreek met hem af. Om een uur of negen weg en om een uur of één weer terug. Prima. Ik kan voor negenen mijn werkzaamheden wel afhebben als ik maar om zeven uur in mijn schuurtje sta en ’s avonds na het typen van dit stukje nog even een uurtje of wat doorga.
De volgende morgen verloopt alles vol planning en Popke staat om negen uur voor de deur. We laden mijn spullen en rijden naar het boogde viswater. Daar aangekomen staat er al een trailer en weet Popke dat zijn neef ook aan het vissen is. Snel is de boot te water en we beginnen met slepend vissen. Popke heeft inmiddels de Timber Tiger ook ontdekt en voor we het weten hebben we twee snoeken gevangen. Mijn snoek verwond me lelijk aan de muis van mijn hand maar gelukkig heeft mijn vismaat pleisters bij zich. Hij is zelfs bereid ze af te staan! Nu was zijn onderhandelingspositie ook niet erg goed gezien het feit dat zijn rugzak met koffie en brood nog thuis stond en hij voor zijn natje en droogje afhankelijk was geworden van de tas die mijn vrouw zo keurig voor mij gevuld had. Enfin, pleister plakken en doorvissen. Op het tijdstip dat de neef van Popke te horen kreeg dat hij voortaan wel even van te voren moest bellen om te vragen of het water vrij was, zaten we op vier snoeken. Zij hadden er inmiddels al zes. We gingen door over de route die zij net afgevist hadden en kregen geregeld beet. Zo nu en dan bleef er ook nog een hangen dus wat wil een mens nog meer. Het water was prachtig helder en zodoende konden we sommige aanbeten ook prachtig waarnemen. Frappante voorvallen waren er ook. Ten eerste de snoek die zichzelf verraadde door zeker over een afstand van een meter of acht achter een school prooivis aan te gaan. De Timber Tiger van Popke was wat hem of haar deed besluiten nog een schot te wagen. Mooie momenten zijn dat. Je, noem het maar jachtinstinct, maakt dat je weet dat deze vis te vangen moet zijn. “Dizze is los!”, zei mijn vader dan altijd. Even later krijg ik een aanbeet en de snoek hangt aan de staartdreg. Door de voorwaartse snelheid haakt ze met de voorste dreg in een tak onder water. Even bungelt ze aan de staartdreg maar dan weet ze zich los te draaien van de vastzittende plug.
Het water begint te stromen en dat lijkt de ommekeer. De gretigheid van bijten is voorbij. We proberen het nog even vertikaal en dat levert op een dropshot nog een snoekbaarsje op. Omdat het bijna tijd is om te gaan, besluiten we nog een stukje te slepen. We haken nog een keer een mooie snoek maar dan is het echt tijd. Zeven snoeken en een snoekbaars in nauwelijks drie uurtjes is zeker niet gek te noemen. We laten dan het aantal missers maar even buiten beschouwing. Thuisgekomen laat ik de spullen uit de boot van Popke rechtstreeks door in mijn auto. Ik geef mijn vrouw nog snel een kus en rijdt naar Henk.
Die is inmiddels klaar en stapt bij mij in. We rijden naar een uniek stukje water. Normaal gesproken doe ik niet zo moeilijk over mijn visstekken, maar deze houd ik graag nog even onder de pet. Het is een stukje redelijk ondiep polderwater met kraakhelder water en geloof me dat is bij ons in de buurt, op de klei, een behoorlijke uitzondering. Vanwege de geringe diepte zie je er echter nooit iemand vissen. Ik dus wel. Ik weet dat daar mooie vissen zwemmen. Het watertje biedt emplooi aan twee vissers gedurende een uur of drie. Het is voor Henk even geleden dat hij gevist heeft dus we overdrijven niet in duur. Op het moment dat ik hem vraag of hij het niet verleerd is haakt hij een snoek. Nee dus, hij kan het nog. We vissen verder en vangen zomaar samen zeven snoeken. Daarbij waren zeer opmerkelijke aanbeten. Snoeken die het tot vijf keer toe proberen om de spinner te pakken. Het meest opmerkelijke verhaal betreft echter de snoek die twee keer gevangen werd. Het gaat als volgt. Na onthaakt en terug te zijn gezet, kiest deze snoek onmiddellijk een verdekte opstelling onder een bedje fonteinkruid. Het is een prachtig gezicht in het helder water. Ik sta daarvan te genieten en het mooie herfstzonnetje maakt dat de snoek goed zichtbaar blijft. Ik voer mijn kunstaasje hoog over een plantenbedje en, eigenlijk voor de grap, langs de zojuist teruggezette snoek. Tot mijn stomme verbazing zie ik de snoek zich op het kunstaas storten. “Myth Busted!”, zegt Henk. Vertel me nu nooit meer dat ze het niet weer doen na een eerste aanbeet!