Geplaatst op Geef een reactie

24 april 2011

Hoewel ik er eigenlijk een gewoonte van maak
om na iedere visdag een verslagje en een filmpje te produceren, kon ik dit van
de week niet uitvoeren. Te tijdverslindend zullen we maar zeggen. Dat kwam
omdat er van de week te veel vismomenten waren. Ik ging op de dinsdag en ving brasem, voorn en blei
maar geen karper. Op de woensdagavond kon ik niet maar Popke nodigde vismaat
Geart uit hem te vergezellen. Geart kreeg onmiddellijk last van het karper
virus en kocht de volgende dag meteen een karper hengel.

Op de donderdagavond visten we met zijn
drieën. Het duurde niet lang of de eerste vissen werden gevangen. Wederom leken
brasems en blei de enige vissen die we konden vangen. Tot die ene opsteker!.
Mijn pennetje schoot mooi weg en ik sloeg hard aan. De weerstand die ik voelde
gaf onmiddellijk aan dat het om een karper ging. Geart en Popke reageerden op
mijn roepen en kwamen met het schepnet aangelopen. Ik bleef zitten en probeerde
de karper onder de brug vandaan te krijgen. Dat koste me de nodige moeite. Voor
mijn gevoel duurde het erg lang voordat we überhaupt eens ene glimp op konden
vangen van de vis. Er kwamen alleen kolken boven water maar geen vis doorbrak
het wateroppervlak. Ik begon te vermoeden dat het om een grote vis ging. Na de
tijd blijkt op de video dat er tussen met moment van aanslaan en het in het net
belanden van de vis, een goed twee minuten zit, maar op het moment lijkt het
erg lang te duren. De karper, een mooie schub, was vals gehaakt in de bovenste
straal van haar staartvin. Daarom wilde de vis niet boven komen. Snel
onthaakten we de vis en Geart schoot een paar plaatje van mij met het beest.
Puntgaaf en de eerste karper in de buurt van de dubbele cijfers. Sorry, ik meet
en weeg slecht, het gaat om de beleving! Verder vingen we die avond geen karper
meer. Het begon te stromen en dat kwam de vangsten niet ten goede. Popke
scoorde nog een mooie aal! Schijnbaar is het kuit van de, om ons heen paaiende
brasem, zodanig eetlust opwekkend voor een dergelijke alleseter, dat een maïskorrel ook niet te versmaden is. Bijvangst dus.

Op de vrijdagavond waren weer met zijn drieën.
De wind was gedraaid naar het noordoosten en wakkerde mooi over de stek. Ik was
optimistisch. Het paaien in de sloot was bijna afgelopen. Ik besloot op de
andere stek te beginnen. Popke scoorde al snel een blei en ik even later ook.
Maar daarna was het beduidend minder dan de avond hiervoor. Natuurlijk meet je
dat ook af aan het niet vangen van een karper op deze avond maar ook de brasem.
Blei en voorn waren beduidend minder goed te vangen dan voorgaande avonden.
Voer lag er genoeg dus daar kon het niet aan liggen. Misschien lag er zelf te
veel voer. Ik besloot aan het einde van de avond mager te voeren en te kijken
hoe het op zaterdagavond zou zijn. Geart en ik vissen dan samen.

Nadat is ’s middags nog even wat voer gekookt
had stond Geart om even voor zeven bij mij voor de deur. Mijn barbecue moest
nog zakken en bij Geart zat de smaak van de reerug nog heerlijk in de mond. Op
de stek aangekomen de hengels geaasd en stijf tegen de dukdalf aan mijn aasje
te water gelaten. Het weer is rustig, de wind is beduidend minder en de moeder
eend die ik gisteren spotte, heeft haar plaats op het nest weer ingenomen. De
pennetjes van Geart en mij verdwijnen regelmatig onder water maar niet door
aanbeten van karper. Het zijn alleen maar bleien en Geart vangt er nog een
paling bij.

<!–
WriteFlash('’);
//–>

Geplaatst op Geef een reactie

17 april 2011-1

Het was op zaterdagmorgen. Mijn telefoon meldde en SMS. Het
was Popke. De tekst van het sms’je luidde, spiegelkarper. Helaas was ik op
vrijdag en zaterdag bezig met andere zaken dan vissen en het was twijfelachtig
of ik op zondag wel zou kunnen vissen. Vandaar dat ik mijn laatste blog afsloot
met de mededeling dat Popke het maar moest proberen het weekend. Dat deed hij
en de spiegelkarper van 52 cm was de eerste gehaakte karper op de stek. Dat
geeft de burger moed. Voor mij alle reden om te streven naar, het nog even
kunnen vissen op zondag. Dat lukte en om 07.00 uur reden we naar de stek. Daar
plaatste Popke zijn pennetje net voorbij de dukdalf terwijl ik tegenover hem
plaatsnam en stijf tegen de paal mijn pennetje liet zakken. De camera’s had
tevoren een plaatsje gegeven zodat we iedere aanbeet en mogelijk vangst in
iedere geval konden registreren. Het was Popke die als eerste beet kreeg, mis.
De nieuw geaasde haak werd op dezelfde stek neergelaten. Niet veel later volgde
weer een aanbeet. Massief!…… Voor het vervolg van de aanbeet kunt u het
beste naar mijn vorige filmpje kijken. (Ik moest wel even een piep in mixen.) Bij
mij werden de vissen nu ook wat actievere en al snel ving ik achter elkaar een
ruisvoorn, blankvoorn, blei en een brasem. De volgende kon alleen nog maar een
karper zijn ging er door mijn gedachten. De brasem die ik daarna ving,
overigens dacht ik natuurlijk eerst aan karper, was wel een bijzonderheid. De
beschadiging nabij de staart leek het meeste op een verwonding door een snel
draaiende schroef. De wijze waarop het
geheeld was is demonstratief voor de veerkracht waarmee vissen kunnen
herstellen van hun verwondingen. Ik probeerde het even aan de andere kant maar
hoewel de wind miniem was, voelde het daar een stukje kouder aan. Maar bovendien
bleven alle aanbeten daar uit. Vlak voor het veranderen van stek had ik op de
oude stek nog een klein handje mais als voer achtergelaten. Ik besloot te
kijken of daar inmiddels al vis op aangekomen was. Ik liet mijn pennetje zakken
en bijna onmiddellijk kreeg ik een aanbeet. Na de aanslag wist ik het:
“Karper!” De eerste van het seizoen voor ondergetekende. De tweede van de stek,
naast twee missers. Ik drilde de vis uit, terwijl Popke met het schepnet aan
kwam lopen. Daarna foto’s en toen weer terug. We besluiten tegen koffietijd
weer thuis te zijn en het vanavond nog eens te proberen. Dat verslag volgt dus
later. We hebben karper!

<!–
WriteFlash('’);
//–>

Geplaatst op Geef een reactie

12 april 2011

Berichtte ik van het weekend nog dat we de voercampagne nog
een tijdje vol wilden houden, vanavond was het mijn voerbeurt. Omdat ik nog wel
een uurtje kon vissen nam ik een hengeltje en een klein thermoscannetje mee.
Popke had ik vandaag nog een sms gestuurd maar helaas kon hij vanavond niet
vissen. Ik voelde me een beetje een stekkenpezer toen ik mijn pennetje te water
liet bij de dukdalf waar Popke normaal begint. De harde wind maakte het flink
kouder dan gisteren. Het snug jack kwam weer eens goed van pas. Een aanbeet
volgde al snel. De blei die ik ving was van behoorlijk formaat. Hoewel het op
de video langer duurt dan voor het gevoel, kreeg ik na het terugzetten vrij
snel weer beet. Ik sloeg aan, had contact, zag een machtige staart en loste de
karper die mijn maiskorreltjes had gegrepen. De video registreerde teleurstelling.
It’s all-in the game.” Ik mis de
eerste karper aanbeet van het seizoen! Zet het geluid in het midden van de film maar wat harder. Maar het positieve is dat ze op de stek
komen. Alle reden voor Popke om het in het weekend te proberen. We houden u op de hoogte.

<!–
WriteFlash('’);
//–>

Geplaatst op Geef een reactie

9 april 2011

Een hectisch weekje zorgde ervoor dat ik maar
nauwelijks mijn voerschema vast kon houden en van vissen kwam er van de week al
helemaal niets. Vandaag moest het dan maar gebeuren maar ook nu zat er niet een
hele dag vissen in. Zowel Popke als ik hebben naast het vissen nog
beslommeringen genoeg op nazorg gebied en dies meer. De wind draaide naar de
noordhoek en dan weet je het vaak wel. Toch probeerden we het vandaag een uur
of vier op de aangevoerde stek. Schuilend tegen de koude wind was het in het
zonnetje goed toeven. Op de windkant kon de jas maar gevoeglijk aangetrokken
worden. Al snel kregen we de eerste aanbeten. In vlot tempo werden er
verschillende vissoorten gevangen: Brasem, blei, voorn, ruisvoorn en baars.
Maar van karper was niets te merken. Een andere (bijzondere) vangst waren twee
(schele) possen. Daar hebben we natuurlijk iets mee omdat de Friese naam Poask
is. Maar over de pos zou je een heel verhaal kunnen schrijven. Het woordje
schele wat ik tussen haakjes schreef geeft al aan dat het niet een populaire
vis is. Ik denk terug aan vroeger toen we in het Prinses Margriet kanaal bij
Grou op paling zaten te vissen. De pos was toen een “ergerlijke” bijvangst.
Meestal liep het met deze beestje niet al te best af. Maar het was voor mij
echt enkele jaren geleden dat ik twee possen achter elkaar ving. Waar zijn ze,
hoe gaat het eigenlijk met de pos, waren de gedachten die door mijn hoofd
dwaalden? Dat het nooit een populaire sportvis zal worden is duidelijk. Ze
worden niet groot, hebben nauwelijks vechtlust en hebben een aantal stekels die
je nijdig kunnen prikken. Eenmaal in de hand zet de pos zijn kieuwdeksels uit
om zich groter te doen lijken dan hij daadwerkelijk is. In het mooie zonlicht
straalt een schitterende kleurenspectrum van het visje af. Ik tracht het te
vangen met mijn camera maar realiseer me dat de twaalf miljoen pixels hiertoe
waarschijnlijk niet is staat zullen zijn. De scherpe randjes van het
kieuwdeksel mijdend leg ik het visje op mijn hand en maak een foto. Pos, post,
poask, schele pos, snotter poask, ruffe, pope, kaulbarsch, gremille en acerina.
Allemaal namen voor dit schitterende visje. De laatste vijf benamingen vind ik
in een culinair woordenboek. Er zullen dus vast recepten bestaan. Ik weet dat
ze als aas uitstekend zijn voor paling en snoekbaars maar omdat het een lid is
van de baarzen familie zullen ze vast ook wel te eten zijn. We vangen dus
vandaag geen karper. Besluiten het voeren nog een weekje vol te houden en keren
om half acht huiswaarts.

<!–
WriteFlash('’);
//–>

Geplaatst op Geef een reactie

3 april 2011

Dan is ineens het seizoen voorbij.
Snoekbaarzen, baars en snoeken krijgen rust. Ze gaan voor het nageslacht
zorgen. En wij, wat doen wij nu? Dit is de tijd om wat onderhoud te plegen en
je hengels eens na te kijken. Trek even een nylon kousje door de ogen van je
hengels en kijk of er rafels ontstaan. Voorzie je molens, na een
reinigingsbeurt, eens van een drupje olie of een likje vet. De hengels zelf
reinig ik eens met een beetje lauw water en een beetje groene zeep. Na de tijd
poets ik ze met turtle wax. Niet dat het echt nut heeft maar je kijkt wel je
hele hengel even na. Bovendien wateren ze dan straks mooi af. Ook je kunstaas kan allemaal even nagekeken
worden en van bijvoorbeeld nieuwe haken worden voorzien. Heb je dat allemaal
gedaan dan kun je de bakens verleggen. Ik doe
dat natuurlijk op twee fronten. Als eerste nazorg in het veld. De andere
is het vissen op karper. Jaren lang op een laag pitje gestaan maar nu moest het
er maar weer eens van komen. Nu is het zo dat ik van penvissen niet een
wetenschap wil maken. Dus een beetje mais gekookt, wat hennep erbij en het
geheel voorzien van een beetje vanille geurstof. Dat drop ik op de beoogde
plekken en houdt die een beetje bij. Niet volgens een vast voerschema maar als
ik ga vissen en zo nu en dan een beetje tussendoor. Als aas gebruik ik zoete
mais, een broodvlok, soms een piertje. Zijn er aardappels over dan gaan die
niet weg. Zij vinden hun weg naar de karper tas. De eerste keer voeren was
trouwens wel een verhaal apart. We hadden een receptie en het kledingvoorschrift
luidde: Gala! Op de terugweg kwam ik langs de beoogde stek en dus kon ik mooi
even van de gelegenheid gebruik maken om een paar handjes voer te strooien.
Voor de neutrale omstander moet dat er wel grappig hebben uitgezien. Iemand in
gala, paarse vlinderstrik met cumberband, zwart pak en hoogglans lak schoenen.
Stopt bij een brug, haalt een wit zuurkoolvat achter uit de auto, verwijderd
een manchetknoop, stroopt een mouw op en begint voer te strooien. Vervolgens
stap hij weer in de auto en verdwijnt. Gelukkig was het al mooi donker zodat de
kans op zicht klein was. Vandaag dus de eerste poging gewaagd. Popke en ik in
een andere discipline met maar een doel, een kaper vangen. Grootte, lengte,
gewicht van ondergeschikt belang. Scherp vissen met een exact uitgelood
pennetje. Bij de geringste opsteker aanslaan.
Voor het eerst filmen we nu ook deze visserij. De camera registreert
alles. Voorbij vliegende eenden en futen die zich over het water verplaatsen.
Ook een aantal aanbeten van brasem, blei en een baars. Karper laat zich nog
niet zien maar we voeren nog even een beetje aan het einde van de dag in de
hoop dat ze spoedig komen.

<!–
WriteFlash('’);
//–>

Geplaatst op 1 reactie

29 maart 2011

Dat je nooit dingen moet beloven, daar kwam ik
vorige week wel achter. Op zondag kreeg ik een e-mail binnen waarin
“Willem” me vertelde dat hij zwaar
teleurgesteld was, zijn ouders de gehele nacht wakker had gehouden en dat er
van uitslapen op zondag ook geen sprake kon zijn, omdat “Willem” niet in het
filmpje van Poask zat. Nu heb ik met het niet kunnen uitslapen van zijn ouders
niet echt veel problemen en ik meen de hand van zijn moeder wel te kunnen
onderkennen in zijn mail maar toch…. Met het debacle in mijn achterhoofd van
het niet juist instellen van een video camera, besloot ik Willem een Timber
Tiger plug cadeau te doen. De volgende
dag kreeg ik een MMS bericht binnen op mijn HTC. “Hjoed fuort mar in
snoekbears!”, was de melding bij de foto. Het is het jongere broertje van
Willem, Tjitte, die de snoekbaars vasthoudt, die even daarvoor door Willem, aan
de cadeau gekregen TT is gevangen. Wat een mooi verhaal denk ik dan. Wat mooi
dat dingen soms gaan zoals ze gaan. Wat is het leuk dat vissen veel meer is dan
alleen maar met een hengel in de hand op vissen te jagen. Maar goed er was
meer. De natuur trakteerde ons deze week op schitterend weer. Door onvoorziene
omstandigheden was ik echter niet in staat om te vissen of het veld in zodat de
eierzoekerskaart maar gewoon ongebruikt in het archief kan worden opgeborgen.
Straks met de nazorg dan maar eieren vinden. Vandaag was ik echter wel in staat
om nog even een laatste keer op snoekbaars te kunnen vissen. De nieuwe accu,
die gisteren werd gebracht kon ik dan mooi even uitproberen. Hoewel het
vannacht nog een graad of drie gevroren had leek de dag mooi te worden. Alles
dus om er even lekker op uit te gaan. De elektromotor gemonteerd, de accu
aangesloten en varen maar. Op de Swette aangekomen “ verticaalde” ik in de richting van Leeuwarden. Omdat het prachtig windstil was had ik alle
gelegenheid om de geluiden van het veld te absorberen. Kieviten, grutto’s,
kraaien, eenden, ganzen etc. lieten hun geluiden horen. Ik had me voorgenomen
om veel vogels te fotograferen, maar de batterijen in mijn camera waren niet voldoende
opgeladen om aan dat voornemen te kunnen voldoen. Gelukkig had ik wel mijn
video camera opgeladen. Daar moesten dan de plaatjes maar vanaf komen. In de
vroegte zaten de woerden op wacht, terwijl de eenden op het nest zaten. Het
bracht me terug in de tijd. De tijd dat ik samen met mijn vader en broer de
rietgebieden in de Rottige Meente in alle vroegte onveilig maakten.
Eendeneieren waren het waar we het toen op voorzien hadden. Illegaal natuurlijk,
maar het was de moeite waard. Mijn moeder kon daar prachtige gele cake van
bakken en menig bakker was er, om dezelfde reden, gek op. Maar dat was toen.
Tegenwoordig is alles anders. Ik eet havermout muffins omdat die langzaam
verbrandende koolhydraten bevatten. Krijg je minder snel honger. Eet je dus
minder en val je af. Voor het eieren zoeken gelden ook andere regels al toen. Je
moet tegenwoordig tijdens het eieren zoeken via een sms toestemming vragen om
een kievitsei te mogen rapen. En als dan het quotum van 5939 eieren bereikt is
mag het niet meer. Wie verzint trouwens zo’n aantal? Ongetwijfeld zal het
ergens uit de hoek van milieu- en natuurbeheer komen. Allemaal mensen die nu
natuurlijk in het veld zijn om de boeren te ondersteunen bij hun werkzaamheden
op het land. Ik heb daar nog een stukje film van geschoten, maar mis de
natuurbeschermers. Maar wat maak ik me druk. Ik was lekker aan het vissen.
Onderwijl spieden mijn ogen stiekem de kant af. Vroeger leerde ik dat een
paadje pas een paadje wordt, als er regelmatig over heen gelopen wordt. Met die
wetenschap in mijn gedachten speurden mij ogen in het voorbijgaan de kant af. Loopje hier, gaatje daar. De tweede mega
belangrijke informatie die mij destijds aangedragen werd, was dat beweging
funest is. Dat geldt dus ook voor de eend op haar nest. Niet bewegen want, dat
betekent jezelf verraden. Zo viste ik spiedend een aantal eendenesten bij
elkaar. De snoekbaarzen hadden alle begrip voor mijn situatie en lieten mijn
aas met rust. Ik schoot een aantal filmpjes van wegschietende eenden en genoot
van het voorjaar. Thuisgekomen heb ik weer de verkeerde schuifjes gebruikt.
(Zonder bril gaat het niet meer.) Zo hoef je niet eens iets te vangen. Tegen
een uur of een belde mijn vrouw. Of ik al iets gevangen had? En zo ja of ze er
muffins van kon bakken. Nee, en ja wel eieren, maar niets meegenomen
natuurlijk. Ze vroeg me of ik iets eerder naar huis kon komen om nog een aantal
zaken te regelen. Ik voldeed aan haar verzoek. Startte de Yamaha 6 PK,
bevestigde de handvat verlenger en nam plaats in het midden van de boot. Met
een kleine 18 km/h vaart ik naar Mantgum. Bij het Nieuwe Land, dwaalde het oog
weer over het nazorg veld. Veel grutto’s en tureluurs. Binnenkort maar eens een
loopje wagen. De snoekbaarshengels kunnen in de kast. De muffins zijn verdacht
geel! Gelukkig heb ik de foto van de snoekbaars nog.

<!–
WriteFlash('’);
//–>

Geplaatst op Geef een reactie

19 maart 2011

Ik twitterde, mijn spellingscontrole moest ik
dit nieuwe werkwoord nog even bijbrengen, vanmorgen nog dat we vandaag twee
dingen gingen doen. De hoofdactiviteit zou vandaag liggen op het vissen maar de
zogenoemde “aaisykerskaart” zat wel in de binnenzak. Volgens insiders is het
veel te droog en zodoende konden wij alle effort steken in het trachtten te
vangen van een aantal snoekbaarzen. Om even over half negen gleed de boot, net
als vorige week van de trailer. Na twee keer trekken gaf de Yamaha sjoege en na
even met Theo over het schitterende weer te hebben gesproken, voeren Popke en
ik richting Swette. Het weer was een beetje heiig. Een kleine wereld dus, die
zo was vanwege het feit dat de thermometer vanmorgen nog gewoon -2,9 graden
aangaf. Ndet buiten het dorp viel me een wolkenboog op die toch even op de
gevoelige plaat moest worden vastgelegd. Op de Swette aangekomen lieten we de
pluggen te water en kon de jacht op de snoekbaars beginnen. Na precies 3
minuten en 23 seconden was daar de eerste aanbeet. Popke haakte een mooi snoek.
Na wat opnames en vermanende woorden kon deze snoek snel weer in hetzelfde
water worden teruggezet. Kort daarop was het wederom de beurt aan de geelgroene
Timber Tiger van Popke. Wederom een snoek. De brasem die we daarna vals haakten
mochten we de eerste reglementaire vis van vandaag beschouwen. Het schitterende weer maakte het vandaag tot
een extra mooie ambiance. Bijna geen wind en een schitterend zonnetje maakten
het bijzonder. We voeren een mooie tijd door waarbij het eierzoekersoog de
omgeving in zich opnam terwijl het gevoel aanbeten registreerde. Alweer een
snoek en weer een. Wat in het water wel gebeurde vond op het land niet plaats.
We bedoelen hier activiteiten. Geen hoog opvliegende kieviten, grutto’s of iets
dergelijks. Een bijna doods veld. Te rustig. Gelukkig dat de snoeken zo nu en
dan nog even aan ons dachten want ook de snoekbaarzen lieten het afweten. Even
zaten we op de polderdijk ons te goed te doen aan een kom snert. Je kreeg er
bijna het zweet van op de rug. Daarna voeren we weer in de richting van Sneek.
Onderweg kwamen we vismaat Jan tegen die zijn zoontje Willem de grondbeginselen
aan het bijbrengen was. Willem is een trouwe kijker naar de filmpjes en ik zeg
nog dat hij nu zelf ook in een filmpje komt. Thuisgekomen kom ik er achter dat
de camera in close up stand staat zodat een vage schim van een bootje slechts
zichtbaar is. Volgende keer beter kan ik alleen maar zeggen maar ik baal er
diep en mijn hart vreselijk van. De rest van de dag verliep zoals het begin
was. Tegen drie uur begon de wind wat aan te halen maar dat maakte voor de
vangsten niet uit. De trilling in het water vanuit de stoppels van het riet,
toonden ons paaiende snoeken. Toen ik de camera onder water wilde brengen wat
het schouwspel met een fraaie kolk voorbij. Even later weer een trilling. Deze
keer konden we mooi naderen maar een legen accu maakte een einde aan de
illusie, geen paaiende snoek op film. Popke wist aan het einde van het traject
nog een snoekje te scoren waarmee de teller voor vandaag op 10 snoeken
eindigde. Voeg daarbij de brasem en we zijn wederom op 11 vissen. Maar mensen
wat een dag, wat een schitterend weer, wat een mooie natuur hebben we toch in
Nederland. Als je het maar wilt zien.

<!–
WriteFlash('’);
//–>

Geplaatst op Geef een reactie

13 maart 2011

Lang gewacht, stil gezwegen, nooit gedacht en
hopelijk krijgen ze het nog eens. Al een
aantal jaren zijn collega Berend en zijn zoon Daan een of meerdere keren per jaar te gast in mijn
boot. Hoewel we enige weken geleden al hadden afgesproken was er steeds door
tussenkomst van allerhande zaken een last minute wijziging gekomen. Zo ook
gisterenavond. Popke kwam nog even voorbij om zijn verslag van de visdag even
te doen. Aan het einde kwam de vraag of we eigenlijk voor de zondag hadden
afgesproken. Nee dus want ik kreeg twee gasten over uit Ede. “Dan kin der ek wol ien by my in de boat”,
maakte dat we samen er toch op uit konden trekken vandaag. Berend en Daan waren
er tegen 09.00 uur en dus mooi op tijd op het water. Meteen voeren we maar door
naar de Swette. Daan bij mij in de boot en Berend kon fijn over me roddelen bij
Popke aan boord. Een mogelijkheid om eens video te schieten vanuit een andere
hoek. Al snel kreeg ik op de Swette een eerste aanbeet maar ik miste deze vis.
Kort daarop weer een tik op de hengel en een snoekje van in de veertig haalde
de “hatelijke” nul van het score bord.
De hengel in de steun was de volgende die een snoek scoorde. Daan kreeg de
hengel en had in ieder geval contact met een vis gehad vandaag. De snoek was
iets groter dan de vorige maar haalde de vijftig centimeter niet. Popke en Berend bleven vooralsnog visloos maar
daar maakten ze na niet al te lange tijd een einde aan. Popke arresteerde een
mooie snoek en daarmee de grootste vis van vandaag. Zelf zegt hij, 85 cm, en
doorgaans weet hij ze aardig te schatten. Op een dag als deze wil je bij elkaar
blijven maar als de een vangt en de andere niet dan lopen boten zomaar bij
elkaar vandaan. Helaas dus niet alle vangsten van Berend en Popke op de video.
Berend heeft echter allemaal foto’s gemaakt en de video die hij geschoten heeft
zal ik eerdaags nog aan het filmpje toevoegen(het importeren van de films lukte niet). Samen vangen ze 8 vissen
waarbij het opmerkelijk is dat daar twee snoekbaarzen bij zijn. Popke had net
tegen Berend gezegd dat de stek die ze afvisten wel vaker snoekbaars had
opgeleverd of Berend scoorde dit prachtige exemplaar. Ik mocht de snoekbaars
van Berend hebben, maar daarover straks meer. Een korte felle tik maakte een
einde aan het leven van dit, zestig centimeter, mannelijk exemplaar van de
glasoogfamilie. We vervolgden onze tocht
weer en doordat Berend en Popke vingen, raakten weer een beetje bij elkaar
vandaan. Ik wist nog een snoekje te scoren maar daar bleef het voor vandaag dan
ook bij. Daan kreeg vandaag niet eens beet. Popke verklaarde dat door te stellen
dat Daan 5,5 uur minder slaap had gehad dan wij en daardoor waarschijnlijk
aanbeten niet geregistreerd had. Berend en ik konden ons daar wel in vinden.
Thuisgekomen kon mijn oudste dochter een oude belofte inlossen. “Pap, de
eerstvolgende snoekbaars wil ik schoonmaken.” Aan het aanrecht hanteert ze het
fileermes voor het eerst. Dat zal de snoekbaars, die bestemd is voor mijn
moeder, een extra mooi tintje geven. Gevangen door Berend en schoongemaakt door
haar kleindochter. Wat zal die smaken! Samenvattend komen er 11 vissen vandaag
aan de oppervlakte. Onderweg konden we duidelijk waarnemen dat het voorjaar er
echt aan zit te komen. Ik meen paaiende snoek te onderscheiden maar op de
plaats aangekomen zijn ze verdwenen en kan ik niets filmen, verdwenen. Terwijl Popke zijn
85 cm landt, roept een mannetjes kievit zijn karakteristieke roep. KIEUWIET!
Daar kan geen concert tegen op. Bij de trailerhelling zeggen we Popke gedag en
we gaan naar huis. Na een kopje koffie nemen Berend en Daan afscheid. In het
nieuwe seizoen komen ze vast weer voorbij en wie weet vangen ze dan hun felbegeerde meter.

<!–
WriteFlash('’);
//–>

Geplaatst op Geef een reactie

6 maart 2011

“ Mar net te betiid”, waren de woorden die
Popke gisteravond sprak toen we het over het tijdstip aanvang van onze visdag
van vandaag hadden. De reden dat Popke niet al te vroeg op het water hoefde te
zijn had waarschijnlijk te maken met zijn vangsten op zaterdag en onze
gemeenschappelijke ervaring van de week. Toen vingen we in “ons” watertje
gewoon helemaal niets. “Zijn ze al aan het paaien?”, vroegen we ons af om een
verklaring te vinden voor de slechte resultaten. Gelukkig had een neef van
Popke gisteren nog aardige resultaten geboekt op de Swette zodat we daar dan
maar onze hoop op vestigden. Aldus om half negen afgesproken. Bij de
trailerhelling kwam onze vooruitgeschoven waarnemer Jan even polshoogte nemen.
Hij deed verslag van het aantal boten dat gisteren hier te water werden
gelaten. Zelf had hij nog twee snoeken weten te bemachtigen. Het had gevroren,
behoorlijk zelfs, zodat de oude Rana eerst even voor ijsbreker moest spelen.
Maar zonder noemenswaardig oponthoud bereikten we de Swette. Ze lag er strak
bij op de wind loze ochtend in maart. De eerste kieviten namen aanvang met het
afbakenen van hun territorium en hun karakteristiek geluid maakte dat wij onze
oren en ogen te kost gaven. We besloten de rust niet te verstoren en de
elektromotor als voortstuwingsmechanisme te gebruiken. Met lepels als aas en
een swimbait probeerden we een snoekbaars te verleiden. Helaas trekken snoeken
zich in deze periode niets aan van de gesloten tijd die voor hun soort geldt en
dus werd de eerste vis van vandaag een snoek. Ook de tweede vis was een snoek
en werd gevangen aan de swimbait. Na enige tijd betrok de lucht wat en stak de
wind op. Tijd om de lepels te vervangen door pluggen. Timber Tigers werden uit
de doos getoverd en al na drie minuten scoorde Popke de volgende vis. Wederom
een snoek. Nauwelijks was deze vis terug in haar element of nummer vier hing
aan de bijhengel. Nu hadden we het uitgevonden dachten we maar er volgde een
stilte van zeker een uur. Popke scoorde een mooie 86 cm snoek. De grootste vis
van vandaag. Daarna vingen we twee keer achter elkaar, binnen twee minuten,
twee snoeken. Na het verwisselen van de accu van de camera konden we verder
vissen. Helaas bleek de capaciteit van de accu niet voldoende om alle vissen
die we nog vingen op film vast te leggen. Of was het de SD card van 32 GB die
vol gefilmd was? In ieder geval bleven we regelmatig een visje vangen. Popke
scoorde met zijn Fast Flanker van Spro menig snoek en deze plug werd voor
vandaag uitgeroepen tot beste vanger. We besloten de visdag met 16 snoeken die
we allemaal, nadat we ze vermanend toegesproken hadden, teruggezet hebben. Geen
slecht resultaat voor deze tijd van het jaar. Met het naderende voorjaar
verleggen we binnen niet al te lange tijd de bakens naar een andere tak van
natuurbeleving, waarvan we zeker ook melding zullen maken.
<!–
WriteFlash('’);
//–>

Geplaatst op Geef een reactie

27 februari 2011

Weken geleden kwam het telefoontje van Fred al. Hij wilde
dolgraag het rondje Mantgum nog wel eens vissen. Met zijn vaste club van
vismaten had hij vandaag met me afgesproken. Dus Rienk, Freerk, Bobby en Fred
waren om half negen bij de trailerhelling in Mantgum. Hoewel dit tijdstip
normaal gesproken voor Freerk op de middag ligt, was hij het die later op de
dag aan zou haken en was er geen bezwaar om op dit tijdstip te vertrekken.
Koning Winter had van de week nog een aantal kleine schermutselingen met het gevolg
van de naderende Lente, maar die slag werd gelukkig op tijd verloren zodat het
water in ieder geval ijsvrij was op deze zondag. Verder had de regen natuurlijk
van zich doen spreken maar de helderheid van het water viel me alles mee. Omdat
ik regelmatig een vraag krijg over de manier waarop ik vis, doe ik die nu maar
uit de doeken. Niet zozeer qua aas, want ik denk dat de regelmatige lezer
inmiddels wel weet dat de Timber Tiger veruit favoriet is bij mij in de boot,
maar ook even over de hengel. Ik gebruik een uiterst korte hand gebouwde
baitcaster. Precies 190 cm lang. Deze hengel geeft mij achter in de boot
optimale bewegingsvrijheid. Door de lengte kan ik altijd binnen de voorste
hengel vissen. Meestal een hengel met een lengte van 240 cm. Zo raken lijnen
bijna nooit in de war. Uit deze opmerking mag je afleiden dat ik altijd de
voorkeur geef aan twee hengels aan dezelfde kant. Twee pluggen die elkaar
nazwemmen. Soms is het zo dat de voorste alleen maar vangt en soms de
achterste, maar het gaat mij er om dat je vangt. Wie, is voor mij niet van belang. Ik heb altijd stille hoop dat de gast voorin
de boot scoort. Soms is dat zo en soms niet. Aan de andere kant van de boot
gebruik ik een baitcaster van 240 cm. Een Shimano Compre. Volgens mij nog
steeds een van de meest betrouwbare hengels ooit. Op beide een reel met een
lijn van 20 lb. Onderlijnen maak ik zelf van staalzijde en voorzie ik steevast
van een cross Lock maat 3. De cross Lock vervang ik eigenlijk nooit. Dat komt
omdat ik weinig van kunstaas wissel. Ik geloof niet in kleuren en dus is de
noodzaak er niet. Wissel ik wel vaker, doordat ik bijvoorbeeld onderweg even
een andere manier van vissen wil proberen, dan houd ik mijn cross Locks goed in
de gaten en vervang ze bij twijfel door een nieuwe. Bevestigen van de onderlijn
doe ik met een Palomarknoop. Ik vis dus veel met de Timber Tiger. Doorgaans met
een DC8. In mijn opinie de meest universeel inzetbare Timber Tiger. Ik laat de persoon
voor in de boot ongeveer ter hoogte van de buitenboordmotor vissen. Op ondiep
water zoals Friesland dat rijk is, gemiddeld een meter diep, is dat een prima
plaats om te vissen. Zelf vis ik daar iets achter. Vandaag gingen er dus drie
Timber Tigers overboord. Rienk viste met een gele, ik met een rode en de
bijhengel was geaasd met een geelrode. We voeren wat eerder dan de Fred naar de
Swette. Ten eerste omdat Fred nog op Bobbie moest wachten en ten tweede omdat
het aantal pk’s van de buitenboord motor van Fred het tienvoudige is dan dat
van mijn 6 pk Yamaha. Hij zou dus snel bij ons zijn. Maar dat viel tegen. Hij
had wat problemen met de brandstoftoevoer. Uiteindelijk kwamen zij ook naar de
Swette. Wij hadden toen inmiddels twee snoeken gevangen. We vervolgden ons
traject en al snel scoorde onze boot weer twee snoeken. De andere boot bleef
nog even zonder vangsten. Wat me opviel was het verschil in snelheid tussen de
boot van Fred en die van ons. Wij voeren een beetje sneller. Toen ik Fred weer
inhaalde kregen we aan aanbeet op de hengel in de steun. Het was een mooi exemplaar.
Ik drilde de snoek richting boot en was vol verwachting over de afmeting. Een
plotselinge lijnbreuk deed echter afbreuk aan deze wens. Balend over het feit
dat er een snoek met een plug in zijn bek rondzwemt monteerde ik een nieuwe
onderlijn en een nieuwe Timber Tiger. Paars geel deze keer. We vervolgden de
route weer. Toen was het Fred die een prachtige snoek haakte. Helaas bleef ook
hier een precieze meting uit omdat de snoek Bobbie ontglipte en zichzelf weer
terugzette. De snoek met het ene blinde oog kwam mij niet onbekend voor. Daarna bleef het een tijdje stil. In alle
boten. Het weer werd minder mild en begon zelfs guur te worden. Met
sneeuwbuiten die de landerijen even wit kleurden. Zo vochtig werd het dat zelf
bi-laminaat begon door te slaan. Maar
ondanks rillen bleven we volharden en we werden ervoor beloont met zo nu en dan
een snoekje. Geen echter uitschieters maar snoek is snoek. Soms leken Rienk en
ik over voorspellende gaven te beschikken. Een opmerking als: “Het zou nu wel
weer eens kunnen”, had een aanbeet tot gevolg. “Voor de brug vangen we er nog
een”, leverde een snoek op. “Voor de bomen zitten we op negen”, en alweer een
snoek. De enige opmerking die niet beloont werd ging over de dubbele cijfers
voor het Mantgummer Huske. Dat moest tot vijftig meter voor de trailerhelling
wachten.

Rienk scoorde daar een prachtig exemplaar. Rillend trailerden we onze
boot als eerste. Daardoor waren we genoeg opgewarmd om de boot van Fred te
kunnen traileren. Freerk die tegen twee uur bij ons aanhaakte was de laatste
die we hielpen om de boot uit het water te halen. Hij had op de Swette nog een
bijna meter gevangen. Fred en Bobbie vingen samen vijf snoeken, waarmee de
totale dag score op 16 snoeken uitkwam. Na het traileren gingen we naar mijn
huis waar de snert een welkome maaltijd bleek. Zittend op een krant of in een
geleende joggingbroek drong de warmte langzaam door in onze lichamen. Een koude
maar prachtige visdag vol ontberingen maakt dat we vannacht wellicht heerlijk
de slaap zullen vatten.

<!–
WriteFlash('’);
//–>