Het is een andere dag dan de voorgaande. Er is regen voorspeld en de wind waait meer uit zuid. Een oude wijsheid is dat een verandering niet altijd de vangsten ten goede komt maar aan de andere kant, als je niet gaat vissen vang je zeker niets. Popke en ik proberen het weer op dezelfde stek als dinsdag j.l. met een uitval naar een andere kant. Zodoende kammen we even ons bekende watertje af. Als eerste met een fireball met dode voorn en ik heb voor de gelegenheid een doodaas hengel meegenomen. Ik takel daar een fikse blei op die ik aan beide zijden even van een kerfje voorzie. De sleepdobber op de juiste diepte afgesteld, volgt deze aasvis de boot op enige afstand. Ik heb de hengel voorzien van een baitrunner en na enige tijd meldt de ratel van de vrijloop zich. Ik tik aan en de eerste snoek van vandaag wordt gevangen. Ze meet zo’n 60 cm. Dan blijft het stil. We verkassen even naar de metersnoeken stek van dinsdag en proberen het daar met een hoempie. Er gebeurt even niets maar dan steekt de dobber van Popke wederom de vaart over. “Het zal toch niet?”, schiet het door ons beider gedachten. Popke zet de haak en een mooie zestiger snoekbaars ziet de wereld boven de waterspiegel. Een puntgaaf exemplaar. We proberen het enige tijd op deze stek omdat de regen gestaag nederdaalt en de wind het gevoelig koud maakt. Achter de rietkraag houden we het een beetje warm. Maar de aanbeten blijven uit. Gelukkig betert het weer en we kunnen verkassen. Slepend gaat het richting de volgende stek. Onderweg zien we één nazwemmer achter de Timber Tiger van Popke. We proberen het nog een keer en nog eens over de stek maar de vis is niet weer te verleiden. Aangekomen op de stek wordt de doctrine van fireball en doodaas hengel herhaald. Popke vist er bovendien nog een dropshot bij. De eerste trek onder de brug door doet de hengel met fireball in de steun buigen. Popke zet de haak en een mooie snoek is het gevolg. We krijgen in de gaten dat we ze de aasvissen in de bek moeten leggen vandaag. We besluiten dan ook om stekken secuur af te vissen en er het beste van te hopen. Zo vangen we zo nu en dan een snoekje. De snert van even na twaalven kan ons echter niet lang warm houden.
De vochtige koude vreet aan ons. Het moreel is echter goed en we weten beide dat een klein miniem tikje de dag kan veranderen. Bovendien hebben we nog een superstek achter de hand. Onder twee bruggen vangen we nog evenveel snoeken bij. Aan het einde van de dag bezoeken we de superstek. Als snel vangt Popke een snoek terwijl we de stek eigenlijk nog moeten krijgen. Dat geeft hoop op dubbele cijfers omdat we inmiddels op acht vissen zitten. De stek brengt echter niets dan goede herinneringen en gegrepen door de koude besluiten we het een dag te noemen. Bij de trailerhelling willen we beide wel even de boot traileren. Alles om het bloed weer te laten lopen. Ik ben benieuwd hoe laat het vanavond wordt.