Een dag mijmeren!
Het dekzeil is van de boot. Ik sta klaar om te vertrekken. Ik heb bewust voor vandaag gekozen. Morgen wordt het weer slechter. Ik word soft. Slecht weer bestaat niet, alleen slechte kleding! Even nog de honden uitlaten en dan kan ik gaan. Hé, de auto van Popke staat nog op zijn oprit. Even een Sms’je sturen leert dat hij toch moet werken vandaag. Ik ga dus alleen, mijmeren over de waan van de dag. Mijmeren over dingen die me bezighouden. Vissen is een uitlaatklep. Toegeven aan een innerlijke drang naar buiten te moeten. Het er zijn, zien, voelen, ervaren.
Nauwelijks ben ik de brug onderdoor of een snerpend “pfffffriiiiiet” kondigt een ijsvogel aan. De fraaie blauwe kleuren verdwijnen in een flits. De eerste hengel, een Compre van Shimano, geaasd met een imitatie Grandma van Chinese makelij, overigens wel voorzien van nieuwe haken, staat in de steun zijn kogels heen en weer te schudden terwijl hij onderwater voort zwoegt. De tweede hengel, voorzien van een Timber Tiger, toont de naam van mijn vrouw. Geen wonder dat ik die in de hand houd. Na vijf minuten passeer ik de Hege Dyk. Ik realiseer me dat ik op de voormalige Middelsee vaar en geniet van een familie buizerds die op een nabij hek zit. Twee kilometers scheiden me van de Swette. De weidevogels groeperen zich voor de aankomende trek en ik vraag mezelf af hoe het in hemelsnaam bestaat dat men, overigens terecht, over tekorten aan kieviten spreekt.
Ik draai linksaf de Swette op. De S in de nek behoort een reiger toe. De voetganger die op het fietspad langs de Swette loopt, haalt me in en loopt vervolgens op me uit. Ik vaar langzamer dan 5 kilometer per uur. De prachtige stekken onder de wilgen vlak voor het Weidummerhout presenteren een wonderschoon stukje Fryslân. De vele generaties meidoorn aan de andere kant van de brug doen er nog eens een schepje bovenop. Oude verweerde takken, voor een sprankelend rood van de bessen van de jonge boom. Het applaus voor dit plaatje komt van twee houtduiven die klapwiekend op de vleugels gaan. Ik volg de Swette.
Een kiekendief tracht op gezette tijden het bidden van een torenvalk te imiteren boven haar vele vierkante kilometers omvattende jachtterrein. De “spicy tomato” cup a soup doet warmte door mijn lichaam vloeien. Het broodje kaas vult de maag. De Compre lelt krom, lijn giert van de spoel! Ik reageer instinctief en schakel de motor in zijn achteruit en pak vast de kunstaasredder. Na enige gehannes vervolg ik mijn tocht. Het water is troebel, de sloten moeten vroeg schoon dit jaar. Regelmatig verwijder ik vuil van de Timber Tiger. De S in nu van een grote zilverreiger.
Ik moet van mijn stoel, door de hoge waterstand zijn de bruggen te laag om ineens onderdoor te varen. Gewicht verplaatsen biedt uitkomst. Ik mag het kunststukje drie keer uitvoeren. Collega vissers informeren naar de vangsten. Ik keer huiswaarts. Geart groet me als hij langs vaart. Eén aanbeet…. Tien snoeken…. Was je vandaag vrij? We hadden samen kunnen vissen.